Met dank aan legaat slaat kolfvereniging RSJ vernieuwingsslag aan vooravond NK: ’Kolf in Berkhout moet altijd blijven bestaan’

Door Gideon Smit – Sportjournalist Noordhollands Dagblad
Berkhout Na de uitklap, de opklap en de puntenklap is er nu ook de vernieuwingsslag. Kolfsportvereniging Ridder Sint Joris heeft op de vooravond van de nationale titelstrijd een fris, nieuw uiterlijk gekregen. Met dank aan een legaat van twee leden, Rob en Wil Blom.
Wanneer zondagmiddag de Nederlands kampioenschappen kolf in Berkhout van start gaan, zullen de gedachten van de leden van de organiserende vereniging ongetwijfeld ook teruggaan naar Rob en Wil Blom. Het Amsterdamse echtpaar verbleef de helft van het jaar op vakantiepark Westerkogge in het dorp en in de koude periode zocht het koppel het warmere Portugal op.
,,Rob is slechts elf jaar lid van onze vereniging geweest, zijn vrouw drie. Naar kolfbegrippen is dat relatief kort; wanneer iemand eenmaal begint, dan blijft hij of zij kolfen”, zegt Ina Jong, sinds 1999 bestuurslid en sinds 2010 voorzitter van RSJ. Ze spreekt vol bewondering over het echtpaar, dat het dorp in het hart had gesloten.
Het is zoeken naar een foto van het echtpaar, maar in het archief van de voorzitter komt slechts één foto van Rob voor. Wil staat op geen enkele kiek. Tijdens het NK in café De Ridder, dat zondagmiddag van start gaat, zullen de twee dus niet prominent in beeld komen.
In 2021 overleed Wil aan de gevolgen van kanker, een jaar later overkwam Rob hetzelfde. In een relatief korte periode voor hun overlijden zette het kinderloze echtpaar zich enorm in voor de kolfvereniging de Ridder St. Joris (kortweg: RSJ). Rob Blom was zeven jaar bestuurslid van RSJ en moderniseerde de bestuursstructuur door het introduceren van commissies. Zo is er de wedstrijdcommissie, de materialencommissie en de banencommissie, die over de schoonmaken en het onderhoud van de banen gaat.
Dat Rob elk jaar langere tijd in het buitenland verbleef, zorgde aanvankelijk voor scepsis bij andere leden. Zo zou hij bestuurlijk gezien te weinig kunnen uitrichten, was de gedachte. ,,Maar hij volgde de notulen en de agenda en had op afstand ook een goede inbreng”, blikt Jong terug. ,,En als hij in Berkhout was, gaf hij de kolfsportlessen aan nieuwe leden. Hij had daar ook een plan voor gemaakt, hoe je de lessen als ’leraar’ moest overbrengen. Hij zette een programma in elkaar waarin het spel gespeeld werd, maar maakte ook oefeningetjes om met de bal en de kliek (de kolfstok, red.) om te leren gaan.”
Jong zelf werd op haar 39e lid van RSJ. Daarmee was ze destijds de jongste van de club. ,,Daar heb ik zelf nooit moeite mee gehad. Maar ik bleef ook lang de jongste. Er moest meer aan pr, naamsbekendheid, gedaan worden. Ik stelde 25 jaar geleden als eens een huis-aan-huisfolder voor, maar de leden vroegen: wordt dat van onze centjes betaald? Daarop heb ik bij de dorpsveiling kavels ingebracht en de opbrengst aan de pr besteed. Dat heeft destijds nieuwe leden opgeleverd, al waren ze niet allemaal jonger dan ik.”
Niet de eerste
Overigens was het de erfenis van Rob en Wil niet het eerste legaat dat de vereniging kreeg. ,,Lang geleden kreeg de club ook eens een legaat”, zegt Jong. ,,Dat zal wel meer dan veertig jaar geleden zijn. Het geld dat toen aan de club geschonken werd, moest specifiek voor de mannenafdeling gebruikt worden.”

